Actualiteiten

WEET JIJ IN WAT VOOR AUTO JE WERKNEMERS RIJDEN?

Dit lijkt wellicht een rare vraag, maar in de nabije toekomst wordt deze vraag werkelijkheid voor alle werkgevers met meer dan 100 werknemers (fte’s) in dienst. En we bedoelen dan dus niet alleen je zakelijke wagenpark, maar ook de privéauto van elke werknemer. En weet je dan ook wanneer iemand met de auto, met het ov of met de fiets komt, of juist die ene dag thuiswerkt?

Het antwoord op al deze vragen is hoogstwaarschijnlijk ‘nee’. Toch zul je dit in de nabije toekomst als werkgever heel secuur moeten gaan bijhouden. Het is namelijk het gevolg van een wetsvoorstel dat klaarligt voor het volgende kabinet om een besluit over te nemen: de Normerende regeling werkgebonden personenmobiliteit.

Wat houdt het wetsvoorstel in?

Dit wetsvoorstel is onderdeel van de klimaatplannen en heeft tot doel de uitstoot als gevolg van zakelijke dienstreizen binnen vier jaar sterk terug te dringen. Volgens dit wetsvoorstel moet een werkgever met 100 werknemers of meer ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot van alle zakelijke kilometers van het bedrijf onder een vastgestelde norm blijft. Ook woon/werkkilometers worden tot de zakelijke kilometers gerekend. Waarschijnlijk wordt deze grens 96 gram CO2 per kilometer. De werkgever krijgt tot 1 januari 2026 de tijd om hieraan te werken. Daarna worden de grenzen waarschijnlijk verder verlaagd. Het is goed mogelijk dat deze grens op enig moment ook gaat gelden voor bedrijven met minder dan 100 fte. 

Wat moet er worden bijgehouden?

De werkgever zal moeten gaan rapporteren wat voor elke gereisde werk-kilometer de uitstoot was. In de huidige wetgeving voor reiskostenvergoedingen worden woon-werk kilometers als zakelijk gezien. En hoewel men de optie om woon-werkverkeer in de regeling op te nemen nog openlaat, denken wij dat ook het woon-werkverkeer al snel in de wet gaat worden opgenomen. Mogelijk besluit de wetgever in de toekomst ook om kilometers voor goederenvervoer en reizen per vliegtuig te betrekken in het rapport. Per reis zal dus niet alleen de afstand en het doel van de reis moeten worden bijgehouden, maar ook de gegevens die nodig zijn om de uitstoot te berekenen. Om die te kunnen berekenen is het nodig om het merk, type en de leeftijd van het voertuig te kennen en ook moet je weten met welke brandstof er is gereisd. Voor je zakelijke wagenpark is dit natuurlijk geen probleem, al zal van de leaserijder wel gevraagd worden om specifiek op te geven hoeveel zakelijke kilometers er gereden zijn. Wanneer de woon-werk kilometers van je werknemers gaan meetellen, is het natuurlijk een heel ander verhaal. Dan zul je van elke werknemer moeten weten wat voor auto er gereden wordt. Dit gaat overigens zeker op voor gedeclareerde dienstreizen.

De werkgever moet – als alles doorgaat – goed gaan bijhouden (en vastleggen) met welk voertuig die kilometers worden gereden. Kortom, administratief is er flink wat werk aan de winkel.

Hoe kan ik mij hierop voorbereiden?

Een goede voorbereiding hierop is natuurlijk het halve werk. En ondanks dat de wet nog niet definitief is, is het goed om nu al te starten met de voorbereiding. Licht bijvoorbeeld je huidige wagenpark eens door. Oudere auto’s hebben vaak een hogere uitstoot dan nieuwere exemplaren. Door nu al bij de keuze voor een nieuwe leaseauto te sturen op een lage uitstoot heb je straks meer ruimte, wanneer je ook de privéauto’s van de werknemers in de berekening moet opnemen. Zij rijden immers vaker een oudere auto. Ook kun je de mobiliteitsregeling in zijn geheel tegen het licht houden. Door bijvoorbeeld de fiets van de zaak en het openbaar vervoer te stimuleren ontwikkel je nu al een reisgedrag dat past bij de nieuwe regeling. 

Gaat dit echt door?

De regeling is onderdeel van de klimaatplannen, die er op gericht is om CO2-uitstoot te verminderen, dus ook de CO2-uitstoot van bedrijven en het daarmee samenhangende reisgedrag. Uit de reacties op het voorstel blijkt verder dat er in de toekomst mogelijk ook wordt ingezet op een ander belangrijk punt: het aantal gereisde werkkilometers naar beneden brengen. Daarmee komt structureel thuiswerken als mobiliteitsvorm, of beter als reisontmoediging, ook in beeld.

Zoals bij elke nieuwe wet, kun je met de kennis van nu nooit met 100% zekerheid zeggen dat het ook zo wordt ingevoerd. Na de internetconsultatie van eind vorig jaar is er gewerkt aan een wetsvoorstel. Dat voorstel moet nog goedgekeurd worden door de Tweede en Eerste Kamer. Maar omdat het huidige kabinet demissionair is, zal het nieuwe kabinet dit gaan indienen. Het lijkt er daarmee op dat de invoeringsdatum van 1 januari 2022 niet gehaald gaat worden. Maar van afstel is nog zeker geen sprake.